Ik heb wel iets op te biechten wat ik eigenlijk nooit aan iemand verteld heb, waarom exact, weet ik niet. Ik had het idee dat mensen het enigszins vreemd zouden vinden, maar waarschijnlijk stel ik me aan. Twee jaar geleden vroeg een nichtje van me, of ik die avond op wilde passen op haar 8 maanden oude baby, ze zou die avond door brengen bij vrienden. Ik weet niet wat me bezielde, ik ben waarschijnlijk de grootste kinderhater die op dit stukje kanker in het universum rond loopt en daarbij had ik een gruwelijke hekel aan het mens, maar toch beloofde ik mijn nicht enthousiast die avond om 8 uur voor haar deur te staan. Na een korte toelichting van mijn taak, een rondleiding door het huis en ten slotte nog het adres waar ze de avond door zou brengen, vertrok mijn nicht eindelijk, terwijl ze beloofde rond een uur of 12 terug te zijn. Toen ze eenmaal de deur uit was ging alles ineens heel snel. Binnen een paar seconden had ik mijn mobiele telefoon vast waarop ik het nummer in toetste, van de man die ik standaard bij ieder bezoek aan mijn vaste kroeg, alleen in een donker hoekje had zien zitten. Iedereen daar kon hem, maar niemand zocht ooit contact met hem. Niet uit onwil, maar men was ermee bekend dat je bij deze man niet terecht kon voor een luchtig gesprekje over de band die nu te horen was, of het weertje van vandaag. Iedereen wist waarvoor je hem wél kon benaderen, maar alsnog deed niemand het omdat iedereen dan dus zou weten waarvóór je hem zou benaderen. Denk nu maar niet dat de beste man nooit benaderd werd, dat was namelijk absoluut niet het geval, hij verdiende een gouden boterham met een tapenade van kaviaar, met wat hij dan ook in godsvredesnaam mocht doen. Binnen een paar seconden hoorde ik dus zijn zware, doch vriendelijke stem door mijn telefoon heen. En ook binnen een paar seconden was de deal gesloten. Hij zou mij eerst op komen zoeken zodat ik hem het geld kon overhandigen, waarna hij zijn route richting mijn nicht zou vervolgen. Ik had er het volste vertrouwen in dat hij zou slagen. De daarop volgende uren bracht ik een dergelijke spanning door, dat ik nog niet het fatsoen op kon brengen ook maar één keer naar de baby om te kijken. En toen, het zal tegen twaalven geweest zijn, misschien wel eerder, kwam daar eindelijk het verlossende telefoontje: de klus was geklaard. Een gevoel van opluchting en opwinding ging door me heen. Geen moment haalde ik het in mijn hoofd ook maar enige schuldgevoelens jegens de familie, de vrienden, en de baby die boven in de wieg lag te hebben. Ik besloot het maar direct te gaan vieren. Ik pakte een blikje bier en dronk het haast in een keer leeg, waarna ik besloot maar eens naar mijn vriendinnetje boven te gaan kijken. Ik tilde haar uit de wieg, en liep de trap weer af, ditmaal met het meisje op mijn arm. "mammie is kapot. zullen we het eens gaan vieren, kleintje?" Ik nam een fles whisky in de hand en kieperde een deel de inhoud in de mond van het kleintje. Ze hoestte heel hard, begon direct te janken. Toch dacht ik dat ze het eigenlijk erg lekker vond smaken. Dus goot ik nog wat meer bij. Maar het kreng wilde niet stoppen met janken. Ik zag het haast als een belediging. Welke malloot kan nu in godsvredesnaam een fles Jack Daniels niet waarderen? Ik begon me steeds meer op te winden over het feit dat dat nutteloze, kleine ding naast me, niet dankbaar was voor mijn gulheid. Dat non-stop gejank maakte het alleen maar erger. Ik werd kwaad. En nog kwader. En kwader, en kwader. Ik smeet de fles tegen de muur. Het kleintje begon zo mogelijk nog harder te janken. Ik zag maar twee oplossingen: afmaken, of in slaap krijgen. In eerste instantie wilde ik voor optie 1 gaan, maar toen bedacht ik me opeens, dat ik zo lui als de tyfus was. Ik had geen zin om me in te spannen. Dus moest ik de baby maar in slaap zien te krijgen. Ik besloot uiteindelijk maar gewoon een potje slaap pillen bij dat kind naar binnen te gooien en het in de wieg te leggen. Niet lang daarna bleek mijn plannetje effectief te zijn geweest: ik hoorde geen gehuil meer. Ik besloot het pand te verlaten en weer terug te keren naar mijn eigen huis. Een dag later hoorde ik van mijn moeder dat er de avond vantevoren ies vreselijks voorgevallen was: mijn nicht was omgekomen in een auto-ongeluk en tot overmaat van ramp werd thuis haar 8 maanden oude dochter dood in de wieg aangetroffen. Vanwege de gruwelijk slechte band die ik met de rest van de familie heb, had mijn nicht besloten niemand er maar over te vertellen dat ik degene was die daar de avond doorgebracht had, waardoor dus niemand ook maar enig idee had dat ik voor dit alles verantwoordelijk was. Precies: een win-win-situatie voor mij dus. Tot op de dag vandaag verschijnt er een brede lach op mijn gezicht als ik aan dit voorval terug denk.
Wat ik op te biechten heb is dat... dit verhaal, zoals je waarschijnlijk al door had als je het daadwerkelijk hebt gelezen, grote BS is. Ik heb niets op te biechten behalve dat ik vanmorgen mijn tanden niet gepoetst heb, en had gewoon zin om onzinverhaaltje te schrijven.
08-08-2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
tl;dr
BeantwoordenVerwijderenwat een kankerziek verhaaltje
BeantwoordenVerwijderenjezus, ik schrok me de tyfus
BeantwoordenVerwijderenIk schrok me ook helemaal kapot, ziek hoor
BeantwoordenVerwijderenhaha
BeantwoordenVerwijderen